1 aug 2008

Voltooid verleden wijsheid.

Het is zover. Ik wandel door de schuifdeur, opengehouden door de secretaresse van het ziekenhuisje waar ik geopereerd zal worden. Ik ben blijkbaar eerst. Lichtjes verontrust bezoek ik drie keer de toiletruimte alvorens ik naar het operatiekwartier wordt gestuurd. "Operatiekwartier".Het heeft iets sarcastisch. Alsof het je wijsmaakt dat je er na 15minuten al weer vanaf bent, terwijl elk bij zijn verstand zijnt wezen goed beseft dat je dan nog maar net dat verdomd gĂȘnante schortje hebt aangetrokken waar ze de rits vanachter zijn vergeten. Een vernedering is het.

De tijd tikt geruisloos, want klokken hangen hier niet. Ik heb slechts het raden naar hoelang het nog zal duren voor ze door hebben dat ik er ook nog ben. Ik zie twee lotgenoten in hun tijdelijke ziekenbed-porsche voorbijrijden,aangedreven door twee verpleegsters. "Vroem",denk ik nog. Maar net als zij zal ik geen kinderlijke geluidjes meer kunnen bekken na de slachtpartij die me te wachten staat.

Reeds 3kwartier te laat,(de dokter zal zijn koffie nog eerst hebben moeten nuttigen), maar het is dan toch "mijn beurt", zoals mijn aandrijfmotoren me met een grijns toefluisteren."Joepie" denk ik iets te hardop. Verpleegsterlijk gegiechel leidt me naar een andere,allerminst vooruitgang boekende ruimte waar ik nog voor een kwartiertje wordt neergepoot.

Opeens wordt er met pijnlijke zachtaardigheid een infuus in mijn linkerarm geboord. Aha,een gebeurtenis,denk ik, en ik staar naar het plafond. Even later vroem ik binnen in de operatiekamer en word langs twee kanten vastgegrepen:kabeltjes,plakkertjes,vage vrouwenstemmen...en zeemzoete narcose.
...
Ik word wakker,slaapdronken en bewegingloos probeer ik te identificeren waar ik ben. Vlaamse kust? GRRR,verdomd misleidend als het eerste wat je ziet een impressionistisch schilderij is van zeilboten. Ik word een vreemde witte band rond mijn hoofd gewaar, en veronderstel dat die dient ter camouflage van de kaakbunkers waarvoor ze me gewaarschuwd hadden. Verdwaasd en ontbladert zweef ik nog een aantal uren tussen droom en bloedslijmspuwen, en wanneer ik eindelijk naar huis mag bekijk ik me voor het eerst in de spiegel van de mij ondertussen bekende toiletruimte. Ik wil lachen,maar die vrijheid wordt mijn mondhoeken niet gegund. Mijn hoofd is reeds een kruising tussen een ei, een hamster en een watermeloen."Even op je tanden bijten" zegt de verpleegster die mijn infuus verwijderd. Ja,dacht ik bij mezelf, dat zal ik doen.

Geen opmerkingen: